Dag 8. Rabaçal – Coimbra (29 km)
Na het ontbijt zit Michel wat om te treuzelen met z’n telefoon. Dat duurt mij te lang dus ga alleen op pad met de afspraak dat we elkaar zullen treffen bij de eerste de beste bar of cafe.
Maar dat valt tegen, alles wat ik tegenkom is dicht. Na dik 15km zie een klein blauw bordje op een muur met “mini mercado” (kleine supermarkt). Zonder dat bordje was ik het pardoes voorbij gelopen want uit niets bleek verder dat dit een supermarkt is). Ik haal wat bananen en blikje cola. De eigenaresse, ik schat haar op minstens 85 jaar, telt tot op de stuiver nauwkeurig het wisselgeld terug in mijn hand. Zo schattig.
Maar nog steeds geen koffie. Pas twee dorpjes verder is de banketbakker open, en die heeft ook koffie. Een koffie met puddingbroodje gaat er wel in. Op het terras typ ik de blog van gisteren. Na 45 minuten pauze nog geen Michel, dus maar weer verder.
Coimbra nadert dan al snel. De route loopt langs het klooster waar ik vanacht overnacht. Ik rust wat uit en fris me daarna op en maak me klaar om de stad te gaan verkennen. Beneden bij de rivier tref ik de Duitse pelgrim bij een stoplicht. Samen lopen we over de brug naar de binnenstad. Daar treffen we Michel die op een terrasje zit. Hij is een paar keer misgelopen en heeft zeker 3 km omgelopen.
Even later sluit Marco ook aan en praten we nog even na en spreken af elkaar morgen in Curia te treffen. Dit met uitzondering van de Duitse pelgrim, die blijft waarschijnlijk een extra dag in Coimbra. We nemen afscheid en ik loop nog even langs wat bezienswaardigheden van Coimbra, de universiteit, de kathedraal en natuurlijk de bibliotheek. Helaas sluit die over 5 minuten, dus het is niet meer de moeite waard om die te bezichtigen.
Dan loop ik terug naar het klooster wat best wel een klim is, en daarna door naar de Lidl voor wat boodschappen. Er is een keuken in de Auberge, dus ik maak vanavond knoflookspaghetti. Er zijn verder geen pelgrims meer bij gekomen, dus heb vannacht de Auberge helemaal voor me alleen.
Truste, en oan’t moarn.
Logies: