Dag 14. Santander – Hospitaal (12 km)
It’s all over now. Er komt ons een wandelaar met een hond tegemoet. Denzel begint wat te grommen en Irma wil hem een corrigerende tik geven. Ze let even niet goed op en blijft met de veter van haar linker schoen in een haak van de rechter schoen hangen en valt voorover. Resultaat: twee geschaafde knieën, geschaafde linkerhand, hoofdwond een blauw oog en het ergste, een zeer pijnlijke en opgezwollen rechterhand.
Huilend en bloedend ligt ze op het asfalt terwijl de regen neerplenst. De wandelaar schiet ons direct te hulp en moeizaam tillen we Irma omhoog. De wandelaar neemt Irma haar rugzak op zijn schouder, en ik neem Irma onder mijn hoede. Langzaam strompelen we naar een verderop gelegen boerderijtje. De wandelaar roept de eigenaar die het hek voor ons opent. In de schuur zetten we Irma op een kruk en inventariseren de schade.
Gezien de pijn die Irma in haar hand heeft besluiten we de ambulance te bellen, de wandelaar neemt dit voor zijn rekening. De eigenaar van het boerderij haalt intussen desinfecterende alcohol. Ik pak mijn eerste hulp pakketje erbij. Zo goed en kwaad als het kan reinig ik de wonden en verbindt deze of plak pleisters. De rechterhand is zo pijnlijk dat ik er maar van af blijf.
De ambulance laat lang op zich wachten. De wandelaar heeft zijn vrouw intussen gebeld die met de auto aan komt rijden. Ze bieden aan om ons mee te nemen naar hun woning om vandaar uit met een grotere auto naar het hospitaal te rijden. De ambulance wordt afgebeld. Denzel krijgt een plekje in de garage samen met onze rugzakken.
In het hospitaal wordt er een röntgenfoto van Irma haar hand gemaakt, en later nog één. Op de foto’s is niet goed te zien of het middenhandsbeentje gebroken is of niet. Preventief wordt de hand in het gips gefixeerd en een mitella omgedaan. Ook worden de overige wonden nog even goed schoongemaakt en verbonden. De wandelaar neemt ons vervolgens mee terug naar zijn huis zodat Irma haar natte plunje even kan omwisselen voor schone en droge kleren.
Tot slot brengt de wandelaar ons met zijn auto terug naar het treinstation van Santander. Dit is het einde van onze camino. Geweldig wat een vriendelijke een behulpzame mensen er toch zijn die ongevraagd je opvangen in moeilijke tijden en zich maximaal inspannen om je te helpen. Ik neem me voor om als we op een ander tijdstip onze camino nog eens mogen vervolgen de wandelaar, zijn vrouw en de eigenaar van het boerderijtje nog eens op te zoeken en hun nogmaals te bedanken.
De auto staat nog in Irun, de eerste uitdaging is om terug te komen Irun. Dit kan via de trein met een overstap in Bilbao. De eerstvolgende trein naar Bilbao gaat pas om 19:00 uur, we moeten zo’n vijf uren wachten. Als ik later nog even via internet het reisschema bekijk blijkt de trein pas om 22:00 uur in Bilbao aan te komen. Een reisduur van 3 uur voor zo’n slordige 120km. Dat wordt ons veel te laat, op die manier krijgen we nooit een aansluiting op de trein naar San Sebastiaan of Irun, en zijn we gedwongen tot een overnachting in Bilboa.
Naarstig ga ik op zoek naar andere mogelijkheden. Een auto huren lijkt de beste optie. Maar omdat 15 september een lokale feestdag is zijn alle autoverhuurbedrijven in Santander gesloten. Via de Europacar site kan ik een auto huren die ik kan afhalen op Santander airport. Dit lijkt een haalbare optie.
Ik breng de treinkaartjes terug bij het loket met het verzoek om het geld terug te krijgen. Ik krijg een hele tirade in het spaans over me heen waar ik geen woord van versta. Ik hou vol dat ik mijn geld graag terug wil. Als de rij achter mij steeds groter wordt bezwijkt de vinnige spaanse spoorwegbeambte en ik krijg mijn geld terug. Ik haal een taxi op die ons naar het vliegveld brengt. Daar neem ik de huurauto in ontvangst en we rijden naar San Sebastiaan airport.
Vandaar nemen we een taxi naar het parkeerterrein waar onze auto staat en rijden nog een twee uurtjes tot vlak voor Bordeaux waar we in een hotel langs de autosnelweg overnachten.