Dag 1. Berltsum – Zurich (33km van 2557km, nog 2524 te gaan)
Ga, pelgrim, ga
Ga, pelgrim, vervolg je zoektocht
ga je weg, laat niets je tegenhouden
neem deel aan de zon en neem deel aan het stof,
met waakzaam hart, vergeet de vergankelijkheid!
Alles is onbeduidend, alleen de liefde is waar.
Hecht je niet aan wat voorbij gaat!
Zeg niet: ik heb overwonnen, mijn moeite is beloond.
Rust niet op je lauweren, je daden worden beoordeeld
Bewaar deze woorden in je hart:
dit is je rijkdom!
Onderweg. Een ingetogen afscheidt. Geen familie, vrienden, buren of collega’s die me uitzwaaien, maar een zoen van Irma en een beregende lege oprijlaan is mijn afscheidt. Uiteraard is dit afscheidt ook maar tijdelijk, want vanavond ben ik al weer terug.
Ik loop eerst naar de Koepelkerk, onderweg bel ik de koster. Ik leg hem uit dat ik graag een stempel van mijn woonplaats als eerste stempel in mijn pelgrimspaspoort wil hebben. Zijn vrouw is in het bijgebouw verzekerd hij mij. Maar zij heeft geen stempel, wel heeft de penningmeester een stempel weet ze te vertellen. En die woont naast de Kruiskerk, dus dan daar maar heen. Met een stempel in mijn pelgrimspaspoort verlaat ik Berltsum. Het regent nog flink.
Even voor Ried wordt het gelukkig droog, maar helaas maar van korte duur want even voor Schalsum barst er een ware wolkbreuk los. Mijn broek is zeiknat en het water loopt me in de schoenen. In Franeker haal ik bij de Martinikerk mijn tweede stempel. De twee vrijwilligers bestuderen het pelgrimspaspoort zorgvuldig en vragen mij onderwijl m’n hemd van mijn lijf.
Het blijft maar gieten van de regen, pas ver buiten Franeker wordt het weer droog. Dan begaat Denzel een gigantische blunder. In het weiland graast een kudde koeien. Denzel rent langs de sloot om ze op te jagen. Maar dan struikelt hij en beland met een salto in de sloot, kopje onder. Proestend en druipend krabbelt hij uit de sloot, de koeien staan op een rij nieuwsgierig toe te kijken. Wat een afgang 😉
In Hitzum tref ik bij toeval mijn oom Sjoerd, we kletsen wat en ook tante Richtje komt er bij. Dan breekt de zon ook door en wordt het warm. Via Achlum, Arum loop ik naar Pingjum. Via de stalen voetgangersbrug over de N31 bereik ik de zeedijk. Dan is het maar nog een kilometer tot Zurich.
In Zurich hoopte ik ook op een stempel, maar zowel de viszaak annex souveniershop, het hotel als de kerk zijn gesloten. Ik heb te weinig tijd om de koster te bellen om hem/haar om een stempel te vragen. Dus ik loop door naar de kop van de afsluitdijk. Daar eet ik nog wat terwijl ik op de bus wacht.
Na 10 minuten arriveert lijn 71 waarmee ik terugrijdt naar Harlingen. Daar pik ik Irma op, en rijden we samen naar huis. Volgende week zondag een tweede etappe, van de kop van afsluitdijk naar Den Oever. Gelukkig attendeerde een collega me er op dat het fietspad naast de afsluitdijk tot 2022 gesloten is, wel is het fietspad 4x open deze zomer, één daarvan is volgende week zondag. Dus die kans moet ik wel grijpen, anders moet ik “omlopen” via Stavoren – Enkhuizen of de bus nemen vanaf de kop van afsluitdijk tot Den Oever.