Zuiderzeepad, 12e etappe: Hoorn – Enkhuizen (27 km)

Deze etappe heb ik slecht voorbereid, gisteravond nog snel even gecheckt hoe laat de bus uit Den Oever vertrekt. Want dat had ik mijn hoofd zitten. Vandaag de laatste etappe, Hoorn – Den Oever.

De bus zou om 9:06 vertrekken, dus ik zit Irma op te jagen om op tijd te komen. Ik zie aan haar gezicht dat ze dat niet leuk vindt, als ik haar op haar werk afzet.

In Den Oever zet ik snel de auto op een parkeerplaats en ren naar de bushalte. En daar blijkt dat ik 10 minuten moet wachten, want de bus vertrekt om 9:16 uur. Niet goed gekeken dus en voor niets mij zo gehaast.

In de bus bekijk ik de route, 11 uur lopen zegt Google. Slik, dat is wat te veel van het goede. Eerder stoppen in Wervershoof of Medemblik lijken geen haalbare opties, dan ben ik nooit op tijd terug. Dus dan vandaag maar een korte etappe.

Maar met een beetje meer voorbereiding had ik dus beter door kunnen rijden naar Hoorn, in plaats van nu in de bus zitten tussen Den Oever en Hoorn. Anfin, gedane zaken nemen geen keer

Dacht altijd dat Hoorn een saaie nieuwbouw stad was, maar niets is minder waar. Het is een leuk authentiek stadje, een gezellig centrum en een grote haven. Helemaal goed om de wandeling mee te beginnen.

Een mooi traject volgt langs vele strandjes. Daarna vervolgt de route zich over de dijk langs het IJsselmeer. In Schellinkhout zijn kite-surfers actief. Er staat een stevige wind, dus ze kunnen hun hart ophalen. Sommige halen duizelingwekkende snelheden en voeren allerlei capriolen uit.

Even voorbij Schellinkhout begint het te plensen. Snel trek ik regenkleding aan. Het blijkt een bui van twee-en-een-half uur te zijn. Door de harde wind raken we doorweekt en steenkoud.

Op het IJsselmeer zie je bij bootjes die stroming en wind tegen hebben het boegwater meters opspatten terwijl de boeg met een klap het water raakt. Je moet het maar aandurven met zo’n kleine zeilboot met dit weer het water op te gaan.

In Wijdenes lonkt een restaurant voor een bak hete koffie, maar helaas gesloten. Net als het toilet bij de jachthaven even verderop helaas, zucht.

In Bovenkarspel roept een man “wat een mooie hond”. Duidelijk verlegen om een praatje. Hij had twee Mechelse herders gehad vertelde hij, maar die zijn overleden, maar hij mist ze nog iedere dag. Hij wist waar Berltsum ligt, want daar kwam hij regelmatig omdat hij raskonijnen fokte en daar naar de show ging.

Leuk, zo’n spontane ontmoeting. Ik loop door naar het station van Enkhuizen. Eindelijk een toilet. Met de trein naar Hoorn en dan weer met de bus naar Den Oever.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *